Test hoofdstuk 10

Je lost 350 mmol soda op tot een eindvolume van 250 mL. Hoe groot wordt de analytische concentratie?
1. 0,350 mol/L
2. 1,40 mol/L
3. 0,00140 molL
4. 1400 mol/L
Je lost 0,465 mol salpeterzuur (waterstofnitraat) op tot een eindvolume van 2,50 liter oplossing. Hoe groot wordt de analytische concentratie in mol HNO₃/L?
1. 0,465
2. 5,38
3. 186
4. 0,186
Je lost 0,300 g ethaanzuur (CH₃COOH) op tot een eindvolume van 0,500 liter. Bereken de analytische concentratie.
1. 10,0
2. 0,100
3. 0,0050
4. 0,0100
Je hebt 100 mL natronloog met c(NaOH) = 1,00 mol/L.
Hoeveel gram NaOH bevat deze 100 mL?
1. 0,100
2. 40,0
3. 4,00
4. 1,00
Hoeveel mol NaOH bevat 5,00 L van een oplossing met c(NaOH) = 0,1200 mol/L?
1. 0,600
2. 600
3. 41,7
4. 1,20
Een oplossing van AgNO₃ in water bevat 0,050 g AgNO₃ per 100 ml. Hoe groot is de analytische concentratie in mol/L?
1. 0,500
2. 500
3. 0,00294
4. 0,0040
Je hebt een een HCl-oplossing (zoutzuur). De oplossing is "0,100 molair".
Hoeveel millimol HCl bevat 500 mL?
1. 50,0
2. 0,0500
3. 100
4. 0,200
Je hebt een een NaOH-oplossing (natronloog). De oplossing is "0,100 molair".
Hoeveel millimol NaOH bevat 1,00 mL?
1. 1,00
2. 0,000100
3. 100
4. 0,100
Een oplossing van fructose (C₆H₁₂O₆) in water bevat 25,0 %(m/m) fructose terwijl de dichtheid van de oplossing 1,10 g/mL bedraagt. Bereken de analytische concentratie.
1. 275
2. 1,53
3. 0,655
4. 8,10
Van een oplossing die 12,0 mol per liter bevat, wordt 5,0 mL verdund tot 100 mL.Vervolgens wordt van deze verdunning 10,0 ml verdund tot 250 ml.
Bereken de nieuwe concentratie in mol/L.
1. 0,600
2. 0,0240
3. 1,20
4. 9,60
0,368 g MgBr₂ is opgelost in 250 ml. Hoe groot is de actuele concentratie van Br^-?
1. 16,6 mol/L
2. 1,47 mol/L
3. 265 mol/L
4. 0,0080 mol/l
Je hebt een kaliumjodide-oplossing met 5%(m/m) KI. De dichtheid van de oplossing: 1,03 g/mL.
KI splitst in ionen.
Hoe groot wordt dan [I^-]?
1. 3,10
2. 0,31
3. 0,41
4. 51,5
Welk symbool en eenheid horen bij de "molariteit" van bijvoorbeeld een NaOH-oplossing?
1. [NaOH] in mol/L
2. NaOH%(m/m)
3. ρ_NaOH in g/L
4. c(NaOH) in mol/L
Je hebt een natriumchoride-oplossing met 1,00%(m/m) NaCl. De dichtheid van de oplossing: 1,00 g/mL.
NaCl splitst in ionen.
Hoe groot wordt dan [Na⁺]?
1. 0,171
2. 17,1
3. 0,435
4. 0,281