Test hoofdstuk 3
Kies het juiste antwoord.
Toon alle vragen
<=
=>
De elementsymbolen van kalium, zwavel en koolstof zijn:
?
Ka, S, K
?
K, S, C
?
K, Z, C
?
Ca, Z, K
Metalen zijn bij kamertemperatuur vast, behalve ...
?
kwik
?
gietijzer
?
zilver
?
tin
In de notatie: 3 Na
2
SO
4
bevinden zich de volgende atomen:
?
2 Na 1 S 4 O
?
6 Na 1 S 4 O
?
2 Na 3 S 12 O
?
6 Na 3 S 12 O
Wat is 'pyrolyse'?
?
ontleding door elektrische stroom
?
ontleding met vuurverschijnselen
?
ontleding door licht
?
ontleding door oplossen
Een molecuul ...
?
kan chemisch niet ontleed worden
?
bestaat uit één soort atomen
?
bestaat uit verschillende atomen
?
kan niet fysisch gescheiden worden
(aq) betekent: ...
?
vaste stof
?
gasvormig
?
opgelost in water
?
vloeistof
Een element is een ...
?
deel van een homogeen mengsel
?
mengsel dat niet gescheiden kan worden
?
zuivere stof die chemisch ontleed kan worden
?
zuivere stof die chemisch niet ontleed kan worden
Elektrolyse is ...
?
oplossen onder invloed van warmte
?
ontleding met elektriciteit
?
ontleding door licht
?
scheiden van een mengsel
Dat een stof vast is geven we aan met de letter:
?
g
?
l
?
s
?
a
Elementen die als twee-atomige moleculen voorkomen zijn:
?
kwik, waterstof, zuurstof, helium
?
stikstof, waterstof, zuurstof, chloor
?
chloor, kwik, waterstof, zuurstof
?
kwik, waterstof, zuurstof, chloor
Een verbinding is een ...
?
deel van een homogeen mengsel
?
mengsel dat niet gescheiden kan worden
?
zuivere stof die chemisch ontleed kan worden
?
zuivere stof die chemisch niet ontleed kan worden
Fotolyse is ...
?
oplossen onder invloed van warmte
?
ontleding met elektriciteit
?
ontleding door licht
?
scheiden van een mengsel
Een atoom is het kleinste deeltje van ...
?
een verbinding
?
een kristal
?
een element
?
mengsel
Een molecuul is het kleinste deeltje van ...
?
een verbinding
?
een kristal
?
een element
?
mengsel
In soda met de formule:
Na
2
CO
3
.10H
2
O
bevinden zich in één formule-eenheid:
?
2 Na 1 C 20 H 13 O
?
2 Na 1 C 10 H 13 O
?
2 Na 1 C 2 H 4 O
?
2 Na 1 C 3 O
Een acetonmolecuul bestaat uit koolstof, waterstof en zuurstof. Welke formule hoort bij het onderstaande plaatje?
?
CH
6
O
?
C
3
H
6
O
3
?
C
3
H
3
O
?
C
3
H
6
O
Zwavelzuur bestaat uit waterstof, zuurstof en zwavel. Zie onderstaande afbeelding.
Welke formule hoort hierbij?
?
HSO
4
?
H
4
S
2
O
2
?
H
2
SO
4
?
H
2
S
4
O
2
De elementsymbolen voor zuurstof, koolstof en waterstof, zijn:
?
O, C, H
?
O, C, W
?
O, K, H
?
Z, C, H
Dat een stof vloeibaar is, geven we aan met een letter.
Welke letter?
?
g
?
s
?
v
?
l
Wat gebeurt er precies bij een 'chemische ontleding'?
?
gelijksoortige moleculen worden ieder gesplitst (uitelkaar gehaald)
?
verschillende moleculen worden van elkaar gescheiden
?
vaste moleculen worden vloeibaar gemaakt
?
van verschillende moleculen wordt een mengsel gemaakt
Waarvan is P
4
het symbool?
?
4 losse fosforatomen
?
4 losse platina-atomen
?
1 molecuul met daarin 4 fosforatomen
?
1 molecuul met daarin 4 platina-atomen
Welke bewering is juist voor de volgende twee reactievergelijkingen?
I 2 NaHCO
3
---> Na
2
CO
3
+ CO
2
+ H
2
O
II 6 KOH + P
2
O
5
---> 2 K
3
PO
4
+ H
2
O
?
I en II kloppen beide
?
I klopt wel, II klopt niet
?
II klopt wel, I klopt niet
?
I en II kloppen geen van beide
OK