Chemische analyse - Hoofdstuk 3: Acidimetrie

Het theoretisch eindpunt van een zuur/base-titratie, is het volume titreervloeistof waarbij ...
1. de indicator van kleur verandert
2. de pH precies 7 is
3. de bedoelde reactie juist is afgelopen en de pH sterk stijgt of daalt
4. de pH stabiel is
Het praktisch eindpunt van een zuur/base-titratie is het volume titreervloeistof waarbij ...
1. de bedoelde reactie juist is afgelopen.
2. de indicator van kleur verandert
3. de pH precies 7 is
4. er precies evenveel mol zuur als base is
Een "oertiterstof" heeft de volgende eigenschappen:
1. stabiel, zuiver, hoge molaire massa, aflopende reactie
2. stabiel, zuiver, hoge molaire massa, basisch
3. stabiel, hoge molaire massa, aflopende reactie, heeft kristalwater
4. zuiver, lage molaire massa, aflopende reactie, stabiel
Een referentie-elektrode heeft in elk geval de volgende eigenschap:
1. constant potentiaalverschil met de meetelektrode
2. potentiaalverschil met de oplossing is 0,00 mV
3. potentiaalverschil met de oplossing hangt af va de pH
4. constant potentiaalverschil met de oplossing
De ijking (kalibratie) van een pH-elektrode berust op:
1. nulpunt (pH = 7,00) en steilheid (tweede pH-waarde)
2. nulpunt (pH = 7,00)
3. steilheid (pH = 4,00)
4. nulpunt (pH = 4,00) en steilheid (pH = 7,00)
Verdund zoutzuur wordt "gesteld" op borax (Na₂B₄O₇.10H₂O. 1178 mg borax wordt opgelost tot 100,0 mL. Hiervan titreer je 25,00 mL met verdund zoutzuur. Verbruik: 21,77 mL. Bereken c(HCl).
1. 0,0709
2. 0,1419
3. 0,2838
4. 0,1410
Hoeveel mL geconcentreerd zoutzuur (dichtheid: 1,18 g/mL, 36,0 massa-% HCl) is nodig om 60,0 liter titreervloeistof te bereiden met c(HCl) = 0,0500 mol/L?
1. 233 mL
2. 109,5 mL
3. 258 mL
4. 304 mL
Je titreert 100 mL ethaanzuur (azijnzuur, pKz = 4,77) oplossing, concentratie = 0,0100 mol/L. In de buret: natronloog c(NaOH) = 0,1000 mol/L.
Na 5,00 mL titreren is de pH:
1. 7,00
2. 4,77
3. 3,50
4. 8,22
Bepaal het titratie-eindpunt voor de uitkomsten in de tabel.

V (mL) pH
12,40 7,80
12,50 7,62
12,60 7,30
12,70 6,81
12,80 5,25
12,90 4,53
13,00 4,17
13,10 3,84
13,20 3,70
1. 13,29 mL
2. 12,76 mL
3. 12,65 mL
4. 12,85 mL
Als je een zwakke base (bijvoorbeeld NH₃) titreert met verdund zoutzuur, dan is in het eindpunt de pH ...
1. gelijk aan de pKz van het zuur
2. groter dan 7,0 want er is nu een base
3. precies 7,0 want er is evenveel zuur als base
4. lager dan 7,0 want er is nu een zwak zuur
Tijdens de titratie van een zwak zuur verandert de pH niet sterk ...
1. in het eindpunt
2. vlak na het eindpunt
3. halverwege de titratie
4. bij de start van de titratie
Je doet een titerstelling van natronloog met een sterkte van ongeveer 0,1 mol/L
Je weegt oxaalzuur (ethaanzuurdihydraat M = 126,1 g/mol) af en titreert dit direct.
reactie: (COOH)₂ + 2 OH^- ----> (COO^-)₂ + 2 H₂O
Om ongeveer 25 mL te titreren besluit je om af te wegen ongeveer: ...
1. 300 mg
2. 75 mg
3. 125 mg
4. 150 mg

V (mL)	pH
12,40	7,80
12,50	7,62
12,60	7,30
12,70	6,81
12,80	5,25
12,90	4,53
13,00	4,17
13,10	3,84
13,20	3,70