Atomen, ionen en moleculen reageren als deeltjes. Daarom rekenen we met deeltjes. Met hoeveelheid stof in mol.
1 mol = 6,022 x 1023 deeltjes
molaire massa = hoeveelheid in gram die 1 mol deeltjes bevat
Voorbeeld: 1 mol ijzer weegt 55,84 gram en bestaat uit 6,022 x 1023 ijzeratomen.
De mol in reacties
We maken het niet moeilijker dan het is:
Wat je bij het rekenen nodig hebt:
* kloppende reactievergelijking
* molaire massa's van de reagerende stoffen
De berekening gaat als volgt:
Van de volgende beweringen is er één fout, welke is dat?
a Tijdens een reactie blijft de massa gelijk.
b Tijdens een reactie blijft het aantal deeltjes gelijk.
c Tijdens een reactie veranderen de deeltjes van samenstelling.
De docent legt het nog eens uit: de mol
En verder...
test Hoofdstuk 8, test hoofdstuk 8 n4
Van de drie beweringen hierboven is de foute bewering: b.